Woordenlijst

Portugees (PT) – Bijwoordenoefening

cms/adverbs-webp/10272391.webp
al
Hij slaapt al.
cms/adverbs-webp/96549817.webp
weg
Hij draagt de prooi weg.
cms/adverbs-webp/138988656.webp
altijd
Je kunt ons altijd bellen.
cms/adverbs-webp/132510111.webp
‘s nachts
De maan schijnt ‘s nachts.
cms/adverbs-webp/178600973.webp
iets
Ik zie iets interessants!
cms/adverbs-webp/78163589.webp
bijna
Ik raakte bijna!
cms/adverbs-webp/71109632.webp
echt
Kan ik dat echt geloven?
cms/adverbs-webp/172832880.webp
erg
Het kind is erg hongerig.
cms/adverbs-webp/178180190.webp
daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.
cms/adverbs-webp/29021965.webp
niet
Ik hou niet van de cactus.
cms/adverbs-webp/141168910.webp
daar
Het doel is daar.
cms/adverbs-webp/73459295.webp
ook
De hond mag ook aan tafel zitten.