Woordenlijst
Leer bijwoorden – Portugees (PT)

também
A amiga dela também está bêbada.
ook
Haar vriendin is ook dronken.

sozinho
Estou aproveitando a noite todo sozinho.
alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.

realmente
Posso realmente acreditar nisso?
echt
Kan ik dat echt geloven?

lá
Vá lá, depois pergunte novamente.
daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.

agora
Devo ligar para ele agora?
nu
Moet ik hem nu bellen?

o dia todo
A mãe tem que trabalhar o dia todo.
de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.

novamente
Ele escreve tudo novamente.
opnieuw
Hij schrijft alles opnieuw.

já
Ele já está dormindo.
al
Hij slaapt al.

através
Ela quer atravessar a rua com o patinete.
over
Ze wil de straat oversteken met de scooter.

frequentemente
Tornados não são frequentemente vistos.
vaak
Tornado‘s worden niet vaak gezien.

muito
A criança está muito faminta.
erg
Het kind is erg hongerig.
