Woordenlijst
Leer bijwoorden – Portugees (PT)

muito
Eu leio muito mesmo.
veel
Ik lees inderdaad veel.

à noite
A lua brilha à noite.
‘s nachts
De maan schijnt ‘s nachts.

primeiro
A segurança vem em primeiro lugar.
eerst
Veiligheid komt eerst.

mas
A casa é pequena, mas romântica.
maar
Het huis is klein maar romantisch.

por exemplo
Como você gosta dessa cor, por exemplo?
bijvoorbeeld
Hoe vind je deze kleur, bijvoorbeeld?

demais
Ele sempre trabalhou demais.
te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.

quase
O tanque está quase vazio.
bijna
De tank is bijna leeg.

um pouco
Eu quero um pouco mais.
een beetje
Ik wil een beetje meer.

sozinho
Estou aproveitando a noite todo sozinho.
alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.

algo
Vejo algo interessante!
iets
Ik zie iets interessants!

muito
A criança está muito faminta.
erg
Het kind is erg hongerig.
