Woordenlijst

Leer bijwoorden – Portugees (PT)

cms/adverbs-webp/23025866.webp
o dia todo
A mãe tem que trabalhar o dia todo.
de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.
cms/adverbs-webp/141168910.webp
O objetivo está lá.
daar
Het doel is daar.
cms/adverbs-webp/75164594.webp
frequentemente
Tornados não são frequentemente vistos.
vaak
Tornado‘s worden niet vaak gezien.
cms/adverbs-webp/102260216.webp
amanhã
Ninguém sabe o que será amanhã.
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.