Woordenlijst

Leer bijwoorden – Duits

cms/adverbs-webp/67795890.webp
hinein
Sie springen ins Wasser hinein.
in
Ze springen in het water.
cms/adverbs-webp/118228277.webp
raus
Er will gern raus aus dem Gefängnis.
uit
Hij zou graag uit de gevangenis willen komen.
cms/adverbs-webp/93260151.webp
nie
Geh nie mit Schuhen ins Bett!
nooit
Ga nooit met schoenen aan naar bed!
cms/adverbs-webp/10272391.webp
bereits
Er ist bereits eingeschlafen.
al
Hij slaapt al.
cms/adverbs-webp/142768107.webp
niemals
Man darf niemals aufgeben.
nooit
Men moet nooit opgeven.
cms/adverbs-webp/73459295.webp
auch
Der Hund darf auch am Tisch sitzen.
ook
De hond mag ook aan tafel zitten.
cms/adverbs-webp/66918252.webp
zumindest
Der Friseur hat zumindest nicht viel gekostet.
minstens
De kapper kostte minstens niet veel.
cms/adverbs-webp/78163589.webp
beinahe
Ich hätte beinahe getroffen!
bijna
Ik raakte bijna!
cms/adverbs-webp/111290590.webp
gleich
Diese Menschen sind verschieden, aber gleich optimistisch!
even
Deze mensen zijn verschillend, maar even optimistisch!
cms/adverbs-webp/172832880.webp
sehr
Das Kind ist sehr hungrig.
erg
Het kind is erg hongerig.
cms/adverbs-webp/22328185.webp
bisschen
Ich will ein bisschen mehr.
een beetje
Ik wil een beetje meer.
cms/adverbs-webp/176235848.webp
herein
Die beiden kommen herein.
in
De twee komen binnen.