Woordenlijst

Leer bijwoorden – Esperanto

cms/adverbs-webp/135007403.webp
en
Ĉu li eniras aŭ eliras?

in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?
cms/adverbs-webp/102260216.webp
morgaŭ
Neniu scias kio estos morgaŭ.

morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
cms/adverbs-webp/57758983.webp
duone
La glaso estas duone malplena.

half
Het glas is half leeg.
cms/adverbs-webp/162590515.webp
sufiĉe
Ŝi volas dormi kaj sufiĉe da bruo.

genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.
cms/adverbs-webp/138692385.webp
ie
Kuniklo kaŝiĝis ie.

ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.
cms/adverbs-webp/123249091.webp
kune
La du ŝatas ludi kune.

samen
De twee spelen graag samen.
cms/adverbs-webp/166784412.webp
iam
Ĉu vi iam perdis vian tutan monon en akcioj?

ooit
Heb je ooit al je geld aan aandelen verloren?
cms/adverbs-webp/142522540.webp
trans
Ŝi volas transiri la straton kun la tretskutero.

over
Ze wil de straat oversteken met de scooter.
cms/adverbs-webp/145004279.webp
nenien
Ĉi tiuj vojoj kondukas al nenien.

nergens
Deze sporen leiden naar nergens.
cms/adverbs-webp/128130222.webp
kune
Ni lernas kune en malgranda grupo.

samen
We leren samen in een kleine groep.
cms/adverbs-webp/133226973.webp
ĵus
Ŝi ĵus vekiĝis.

net
Ze is net wakker geworden.
cms/adverbs-webp/23708234.webp
ĝuste
La vorto ne estas ĝuste literumita.

correct
Het woord is niet correct gespeld.