Woordenlijst

Leer bijwoorden – Esperanto

cms/adverbs-webp/96228114.webp
nun
Ĉu mi voku lin nun?
nu
Moet ik hem nu bellen?
cms/adverbs-webp/178600973.webp
ion
Mi vidas ion interesan!
iets
Ik zie iets interessants!
cms/adverbs-webp/121005127.webp
matene
Mi havas multan streson ĉe laboro matene.
‘s ochtends
‘s Ochtends heb ik veel stress op het werk.
cms/adverbs-webp/38720387.webp
malsupren
Ŝi saltas malsupren en la akvon.
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.
cms/adverbs-webp/155080149.webp
kial
Infanoj volas scii, kial ĉio estas kiel ĝi estas.
waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.