Woordenlijst

Leer bijwoorden – Esperanto

cms/adverbs-webp/155080149.webp
kial
Infanoj volas scii, kial ĉio estas kiel ĝi estas.
waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.
cms/adverbs-webp/57457259.webp
eksteren
La malsana infano ne rajtas iri eksteren.
buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.
cms/adverbs-webp/38216306.webp
ankaŭ
Ŝia amikino estas ankaŭ ebria.
ook
Haar vriendin is ook dronken.
cms/adverbs-webp/178600973.webp
ion
Mi vidas ion interesan!
iets
Ik zie iets interessants!
cms/adverbs-webp/154535502.webp
baldaŭ
Komerca konstruaĵo estos malfermita ĉi tie baldaŭ.
binnenkort
Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.
cms/adverbs-webp/75164594.webp
ofte
Tornadoj ne ofte vidiĝas.
vaak
Tornado‘s worden niet vaak gezien.
cms/adverbs-webp/54073755.webp
sur ĝi
Li grimpas sur la tegmenton kaj sidas sur ĝi.
erop
Hij klimt op het dak en zit erop.
cms/adverbs-webp/76773039.webp
tro
La laboro fariĝas tro por mi.
te veel
Het werk wordt me te veel.
cms/adverbs-webp/123249091.webp
kune
La du ŝatas ludi kune.
samen
De twee spelen graag samen.
cms/adverbs-webp/132510111.webp
nokte
La luno brilas nokte.
‘s nachts
De maan schijnt ‘s nachts.
cms/adverbs-webp/176235848.webp
en
La du eniras.
in
De twee komen binnen.
cms/adverbs-webp/145004279.webp
nenien
Ĉi tiuj vojoj kondukas al nenien.
nergens
Deze sporen leiden naar nergens.