Woordenlijst
Leer bijwoorden – Bosnisch

u
Oni skaču u vodu.
in
Ze springen in het water.

skoro
Rezervoar je skoro prazan.
bijna
De tank is bijna leeg.

dugo
Morao sam dugo čekati u čekaonici.
lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.

više
Starija djeca dobivaju više džeparca.
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.

dalje
On odnosi plijen dalje.
weg
Hij draagt de prooi weg.

dolje
On pada dolje s vrha.
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.

preko
Želi preći cestu sa skuterom.
over
Ze wil de straat oversteken met de scooter.

također
Pas također smije sjediti za stolom.
ook
De hond mag ook aan tafel zitten.

prilično
Ona je prilično vitka.
behoorlijk
Ze is behoorlijk slank.

mnogo
Stvarno mnogo čitam.
veel
Ik lees inderdaad veel.

često
Tornada se ne viđaju često.
vaak
Tornado‘s worden niet vaak gezien.
