Woordenlijst

Leer bijwoorden – Portugees (BR)

cms/adverbs-webp/7769745.webp
novamente
Ele escreve tudo novamente.
opnieuw
Hij schrijft alles opnieuw.
cms/adverbs-webp/10272391.webp
Ele já está dormindo.
al
Hij slaapt al.
cms/adverbs-webp/132510111.webp
à noite
A lua brilha à noite.
‘s nachts
De maan schijnt ‘s nachts.
cms/adverbs-webp/176340276.webp
quase
Está quase meia-noite.
bijna
Het is bijna middernacht.
cms/adverbs-webp/154535502.webp
em breve
Um edifício comercial será inaugurado aqui em breve.
binnenkort
Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.
cms/adverbs-webp/71670258.webp
ontem
Choveu forte ontem.
gisteren
Het regende hard gisteren.
cms/adverbs-webp/164633476.webp
novamente
Eles se encontraram novamente.
opnieuw
Ze ontmoetten elkaar opnieuw.
cms/adverbs-webp/57758983.webp
meio
O copo está meio vazio.
half
Het glas is half leeg.
cms/adverbs-webp/162590515.webp
o suficiente
Ela quer dormir e já teve o suficiente do barulho.
genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.
cms/adverbs-webp/102260216.webp
amanhã
Ninguém sabe o que será amanhã.
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
cms/adverbs-webp/138692385.webp
em algum lugar
Um coelho se escondeu em algum lugar.
ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.
cms/adverbs-webp/121005127.webp
de manhã
Tenho muito estresse no trabalho de manhã.
‘s ochtends
‘s Ochtends heb ik veel stress op het werk.