Woordenlijst
Leer bijwoorden – Arabisch

نصف
الكأس نصف فارغ.
nisf
alkas nisf farghi.
half
Het glas is half leeg.

داخل
الاثنين قادمين من الداخل.
dakhil
aliathnayn qadimayn min aldaakhila.
in
De twee komen binnen.

خارج
الطفل المريض لا يسمح له بالخروج.
kharij
altifl almarid la yusmah lah bialkharuwji.
buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.

طويلاً
كان علي الانتظار طويلاً في غرفة الانتظار.
twylaan
kan ealiu aliantizar twylaan fi ghurfat aliantizari.
lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.

أسفل
يقع من أعلى.
‘asfal
yaqae min ‘aelaa.
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.

تقريبًا
كنت قد أصبت تقريبًا!
tqryban
kunt qad ‘asabt tqryban!
bijna
Ik raakte bijna!

بنفس القدر
هؤلاء الناس مختلفون، ولكن متفائلون بنفس القدر!
binafs alqadar
hawula‘ alnaas mukhtalifuna, walakin mutafayilun binafs alqudri!
even
Deze mensen zijn verschillend, maar even optimistisch!

طوال اليوم
على الأم العمل طوال اليوم.
tawal alyawm
ealaa al‘umi aleamal tawal alyawmi.
de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.

لأسفل
هي تقفز لأسفل في الماء.
li‘asfal
hi taqfiz li‘asfal fi alma‘i.
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.

أبدًا
يجب ألا يستسلم المرء أبدًا.
abdan
yajib ‘alaa yastaslim almar‘ abdan.
nooit
Men moet nooit opgeven.

كثيرًا
العمل أصبح كثيرًا بالنسبة لي.
kthyran
aleamal ‘asbah kthyran bialnisbat li.
te veel
Het werk wordt me te veel.
