Woordenlijst

Leer bijwoorden – Noors

cms/adverbs-webp/155080149.webp
hvorfor
Barn vil vite hvorfor alt er som det er.
waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.
cms/adverbs-webp/135100113.webp
alltid
Det var alltid en innsjø her.
altijd
Hier was altijd een meer.
cms/adverbs-webp/176340276.webp
nesten
Det er nesten midnatt.
bijna
Het is bijna middernacht.
cms/adverbs-webp/78163589.webp
nesten
Jeg traff nesten!
bijna
Ik raakte bijna!
cms/adverbs-webp/135007403.webp
inn
Går han inn eller ut?
in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?
cms/adverbs-webp/154535502.webp
snart
En forretningsbygning vil snart bli åpnet her.
binnenkort
Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.
cms/adverbs-webp/138692385.webp
et sted
En kanin har gjemt seg et sted.
ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.
cms/adverbs-webp/121005127.webp
om morgenen
Jeg har mye stress på jobben om morgenen.
‘s ochtends
‘s Ochtends heb ik veel stress op het werk.
cms/adverbs-webp/22328185.webp
litt
Jeg vil ha litt mer.
een beetje
Ik wil een beetje meer.
cms/adverbs-webp/128130222.webp
sammen
Vi lærer sammen i en liten gruppe.
samen
We leren samen in een kleine groep.
cms/adverbs-webp/7769745.webp
igjen
Han skriver alt igjen.
opnieuw
Hij schrijft alles opnieuw.
cms/adverbs-webp/29115148.webp
men
Huset er lite men romantisk.
maar
Het huis is klein maar romantisch.