Woordenlijst
Leer bijwoorden – Noors

hvorfor
Barn vil vite hvorfor alt er som det er.
waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.

alltid
Det var alltid en innsjø her.
altijd
Hier was altijd een meer.

nesten
Det er nesten midnatt.
bijna
Het is bijna middernacht.

nesten
Jeg traff nesten!
bijna
Ik raakte bijna!

inn
Går han inn eller ut?
in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?

snart
En forretningsbygning vil snart bli åpnet her.
binnenkort
Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.

et sted
En kanin har gjemt seg et sted.
ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.

om morgenen
Jeg har mye stress på jobben om morgenen.
‘s ochtends
‘s Ochtends heb ik veel stress op het werk.

litt
Jeg vil ha litt mer.
een beetje
Ik wil een beetje meer.

sammen
Vi lærer sammen i en liten gruppe.
samen
We leren samen in een kleine groep.

igjen
Han skriver alt igjen.
opnieuw
Hij schrijft alles opnieuw.
