Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/89636007.webp
signere
Han signerte kontrakten.
ondertekenen
Hij ondertekende het contract.
cms/verbs-webp/120978676.webp
brenne ned
Brannen vil brenne ned mye av skogen.
afbranden
Het vuur zal een groot deel van het bos afbranden.
cms/verbs-webp/116835795.webp
ankomme
Mange mennesker ankommer med bobil på ferie.
aankomen
Veel mensen komen op vakantie met een camper aan.
cms/verbs-webp/90321809.webp
bruke penger
Vi må bruke mye penger på reparasjoner.
geld uitgeven
We moeten veel geld uitgeven aan reparaties.
cms/verbs-webp/57207671.webp
akseptere
Jeg kan ikke endre det, jeg må akseptere det.
accepteren
Ik kan dat niet veranderen, ik moet het accepteren.
cms/verbs-webp/101890902.webp
produsere
Vi produserer vår egen honning.
produceren
We produceren onze eigen honing.
cms/verbs-webp/46998479.webp
diskutere
De diskuterer planene sine.
bespreken
Ze bespreken hun plannen.
cms/verbs-webp/67095816.webp
flytte sammen
De to planlegger å flytte sammen snart.
samenwonen
De twee zijn van plan om binnenkort samen te gaan wonen.
cms/verbs-webp/127720613.webp
savne
Han savner kjæresten sin mye.
missen
Hij mist zijn vriendin erg.
cms/verbs-webp/122079435.webp
øke
Selskapet har økt inntektene sine.
verhogen
Het bedrijf heeft zijn omzet verhoogd.
cms/verbs-webp/41019722.webp
kjøre hjem
Etter shopping kjører de to hjem.
naar huis rijden
Na het winkelen rijden de twee naar huis.
cms/verbs-webp/123546660.webp
sjekke
Mekanikeren sjekker bilens funksjoner.
controleren
De monteur controleert de functies van de auto.