Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/84506870.webp
bli full
Han blir full nesten hver kveld.
worden dronken
Hij wordt bijna elke avond dronken.
cms/verbs-webp/84314162.webp
strekke ut
Han strekker armene sine vidt.
uitspreiden
Hij spreidt zijn armen wijd uit.
cms/verbs-webp/79404404.webp
trenge
Jeg er tørst, jeg trenger vann!
nodig hebben
Ik heb dorst, ik heb water nodig!
cms/verbs-webp/104476632.webp
vaske opp
Jeg liker ikke å vaske opp.
afwassen
Ik hou niet van afwassen.
cms/verbs-webp/55128549.webp
kaste
Han kaster ballen i kurven.
gooien
Hij gooit de bal in de mand.
cms/verbs-webp/11579442.webp
kaste til
De kaster ballen til hverandre.
gooien naar
Ze gooien de bal naar elkaar.
cms/verbs-webp/120259827.webp
kritisere
Sjefen kritiserer den ansatte.
bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.
cms/verbs-webp/94193521.webp
svinge
Du kan svinge til venstre.
draaien
Je mag naar links draaien.
cms/verbs-webp/27564235.webp
jobbe med
Han må jobbe med alle disse filene.
werken aan
Hij moet aan al deze bestanden werken.
cms/verbs-webp/95625133.webp
elske
Hun elsker katten sin veldig mye.
houden van
Ze houdt heel veel van haar kat.
cms/verbs-webp/117491447.webp
avhenge av
Han er blind og avhenger av ekstern hjelp.
afhangen van
Hij is blind en is afhankelijk van hulp van buitenaf.
cms/verbs-webp/79046155.webp
gjenta
Kan du gjenta det, vær så snill?
herhalen
Kun je dat alstublieft herhalen?