Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/120259827.webp
kritisere
Sjefen kritiserer den ansatte.
bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.
cms/verbs-webp/60625811.webp
ødelegge
Filene vil bli fullstendig ødelagt.
vernietigen
De bestanden worden volledig vernietigd.
cms/verbs-webp/118765727.webp
belaste
Kontorarbeid belaster henne mye.
belasten
Kantoorwerk belast haar erg.
cms/verbs-webp/45022787.webp
drepe
Jeg skal drepe flua!
doden
Ik zal de vlieg doden!
cms/verbs-webp/23468401.webp
bli forlovet
De har hemmelig blitt forlovet!
verloven
Ze hebben stiekem verloofd!
cms/verbs-webp/34664790.webp
bli beseiret
Den svakere hunden blir beseiret i kampen.
verslagen worden
De zwakkere hond wordt verslagen in het gevecht.
cms/verbs-webp/104167534.webp
eie
Jeg eier en rød sportsbil.
bezitten
Ik bezit een rode sportwagen.
cms/verbs-webp/102853224.webp
bringe sammen
Språkkurset bringer studenter fra hele verden sammen.
samenbrengen
De taalcursus brengt studenten van over de hele wereld samen.
cms/verbs-webp/55128549.webp
kaste
Han kaster ballen i kurven.
gooien
Hij gooit de bal in de mand.
cms/verbs-webp/79322446.webp
introdusere
Han introduserer sin nye kjæreste for foreldrene sine.
voorstellen
Hij stelt zijn nieuwe vriendin voor aan zijn ouders.
cms/verbs-webp/98977786.webp
navngi
Hvor mange land kan du navngi?
noemen
Hoeveel landen kun je noemen?
cms/verbs-webp/121180353.webp
miste
Vent, du har mistet lommeboken din!
verliezen
Wacht, je hebt je portemonnee verloren!