Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/123237946.webp
happen
An accident has happened here.
gebeuren
Hier is een ongeluk gebeurd.
cms/verbs-webp/85623875.webp
study
There are many women studying at my university.
studeren
Er studeren veel vrouwen aan mijn universiteit.
cms/verbs-webp/82378537.webp
dispose
These old rubber tires must be separately disposed of.
weggooien
Deze oude rubberen banden moeten apart worden weggegooid.
cms/verbs-webp/130814457.webp
add
She adds some milk to the coffee.
toevoegen
Ze voegt wat melk toe aan de koffie.
cms/verbs-webp/78932829.webp
support
We support our child’s creativity.
ondersteunen
We ondersteunen de creativiteit van ons kind.
cms/verbs-webp/123619164.webp
swim
She swims regularly.
zwemmen
Ze zwemt regelmatig.
cms/verbs-webp/58292283.webp
demand
He is demanding compensation.
eisen
Hij eist compensatie.
cms/verbs-webp/125376841.webp
look at
On vacation, I looked at many sights.
bekijken
Op vakantie heb ik veel bezienswaardigheden bekeken.
cms/verbs-webp/49853662.webp
write all over
The artists have written all over the entire wall.
schrijven op
De kunstenaars hebben op de hele muur geschreven.
cms/verbs-webp/92207564.webp
ride
They ride as fast as they can.
rijden
Ze rijden zo snel als ze kunnen.
cms/verbs-webp/64904091.webp
pick up
We have to pick up all the apples.
oprapen
We moeten alle appels oprapen.
cms/verbs-webp/103719050.webp
develop
They are developing a new strategy.
ontwikkelen
Ze ontwikkelen een nieuwe strategie.