Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/106665920.webp
feel
The mother feels a lot of love for her child.
voelen
De moeder voelt veel liefde voor haar kind.
cms/verbs-webp/3270640.webp
pursue
The cowboy pursues the horses.
achtervolgen
De cowboy achtervolgt de paarden.
cms/verbs-webp/124740761.webp
stop
The woman stops a car.
stoppen
De vrouw stopt een auto.
cms/verbs-webp/125088246.webp
imitate
The child imitates an airplane.
imiteren
Het kind imiteert een vliegtuig.
cms/verbs-webp/114052356.webp
burn
The meat must not burn on the grill.
branden
Het vlees mag niet branden op de grill.
cms/verbs-webp/35137215.webp
beat
Parents shouldn’t beat their children.
slaan
Ouders zouden hun kinderen niet moeten slaan.
cms/verbs-webp/50772718.webp
cancel
The contract has been canceled.
annuleren
Het contract is geannuleerd.
cms/verbs-webp/127620690.webp
tax
Companies are taxed in various ways.
belasten
Bedrijven worden op verschillende manieren belast.
cms/verbs-webp/119895004.webp
write
He is writing a letter.
schrijven
Hij schrijft een brief.
cms/verbs-webp/106787202.webp
come home
Dad has finally come home!
thuiskomen
Papa is eindelijk thuisgekomen!
cms/verbs-webp/118765727.webp
burden
Office work burdens her a lot.
belasten
Kantoorwerk belast haar erg.
cms/verbs-webp/82669892.webp
go
Where are you both going?
gaan
Waar gaan jullie beiden heen?