Woordenlijst

Leer werkwoorden – Deens

cms/verbs-webp/118826642.webp
forklare
Bedstefar forklarer verden for sin barnebarn.
uitleggen
Opa legt de wereld uit aan zijn kleinzoon.
cms/verbs-webp/78063066.webp
opbevare
Jeg opbevarer mine penge i mit natbord.
bewaren
Ik bewaar mijn geld in mijn nachtkastje.
cms/verbs-webp/64053926.webp
overkomme
Atleterne overkommer vandfaldet.
overwinnen
De atleten overwinnen de waterval.
cms/verbs-webp/89084239.webp
reducere
Jeg skal absolut reducere mine varmeomkostninger.
verminderen
Ik moet absoluut mijn stookkosten verminderen.
cms/verbs-webp/99633900.webp
udforske
Mennesker vil udforske Mars.
verkennen
Mensen willen Mars verkennen.
cms/verbs-webp/53646818.webp
lukke ind
Det sneede udenfor, og vi lukkede dem ind.
binnenlaten
Buiten sneeuwde het en we lieten ze binnen.
cms/verbs-webp/122470941.webp
sende
Jeg sendte dig en besked.
sturen
Ik heb je een bericht gestuurd.
cms/verbs-webp/117897276.webp
modtage
Han modtog en lønforhøjelse fra sin chef.
ontvangen
Hij ontving een loonsverhoging van zijn baas.
cms/verbs-webp/74009623.webp
teste
Bilen testes i værkstedet.
testen
De auto wordt in de werkplaats getest.
cms/verbs-webp/61162540.webp
udløse
Røgen udløste alarmen.
activeren
De rook activeerde het alarm.
cms/verbs-webp/111750432.webp
hænge
Begge hænger på en gren.
hangen
Ze hangen beide aan een tak.
cms/verbs-webp/84943303.webp
befinde sig
En perle befinder sig inden i skallen.
zich bevinden
Er bevindt zich een parel in de schelp.