Woordenlijst
Leer werkwoorden – Deens
glæde sig
Børn glæder sig altid til sne.
verheugen
Kinderen verheugen zich altijd op sneeuw.
forklare
Bedstefar forklarer verden for sin barnebarn.
uitleggen
Opa legt de wereld uit aan zijn kleinzoon.
søge efter
Politiet søger efter gerningsmanden.
zoeken naar
De politie zoekt naar de dader.
tilgive
Hun kan aldrig tilgive ham for det!
vergeven
Ze kan het hem nooit vergeven!
forlade
Turisterne forlader stranden ved middagstid.
verlaten
Toeristen verlaten het strand rond de middag.
komme tættere på
Sneglene kommer tættere på hinanden.
dichterbij komen
De slakken komen dichter bij elkaar.
ligge overfor
Der er slottet - det ligger lige overfor!
tegenover liggen
Daar is het kasteel - het ligt er recht tegenover!
lytte til
Børnene kan lide at lytte til hendes historier.
luisteren naar
De kinderen luisteren graag naar haar verhalen.
opdatere
Nu om dage skal man konstant opdatere sin viden.
updaten
Tegenwoordig moet je je kennis voortdurend updaten.
eksistere
Dinosaurer eksisterer ikke længere i dag.
bestaan
Dinosaurussen bestaan tegenwoordig niet meer.
dække
Vandliljerne dækker vandet.
bedekken
De waterlelies bedekken het water.