Woordenlijst
Leer werkwoorden – Koreaans
확인하다
치과 의사는 이를 확인한다.
hwag-inhada
chigwa uisaneun ileul hwag-inhanda.
controleren
De tandarts controleert de tanden.
시작하다
아침 일찍 등산객들이 시작했다.
sijaghada
achim iljjig deungsangaegdeul-i sijaghaessda.
beginnen
De wandelaars begonnen vroeg in de ochtend.
나타나다
큰 물고기가 물 속에 갑자기 나타났다.
natanada
keun mulgogiga mul sog-e gabjagi natanassda.
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.
투표하다
사람은 후보에 찬성 또는 반대로 투표한다.
tupyohada
salam-eun hubo-e chanseong ttoneun bandaelo tupyohanda.
stemmen
Men stemt voor of tegen een kandidaat.
덮다
그녀는 머리카락을 덮는다.
deopda
geunyeoneun meolikalag-eul deopneunda.
bedekken
Ze bedekt haar haar.
생각하다
카드 게임에서는 함께 생각해야 합니다.
saeng-gaghada
kadeu geim-eseoneun hamkke saeng-gaghaeya habnida.
meedenken
Je moet meedenken bij kaartspellen.
정차하다
택시들이 정류장에 정차했다.
jeongchahada
taegsideul-i jeonglyujang-e jeongchahaessda.
arriveren
De taxi’s zijn bij de halte gearriveerd.
해고하다
내 상사는 나를 해고했다.
haegohada
nae sangsaneun naleul haegohaessda.
ontslaan
Mijn baas heeft me ontslagen.
살다
그들은 공동 주택에 살고 있다.
salda
geudeul-eun gongdong jutaeg-e salgo issda.
wonen
Ze wonen in een gedeeld appartement.
일어나다
그는 근무 사고로 무슨 일이 일어났나요?
il-eonada
geuneun geunmu sagolo museun il-i il-eonassnayo?
overkomen
Is hem iets overkomen tijdens het werkongeluk?
충분하다
점심으로 샐러드만 있으면 충분해.
chungbunhada
jeomsim-eulo saelleodeuman iss-eumyeon chungbunhae.
genoeg zijn
Een salade is voor mij genoeg voor de lunch.