Woordenlijst
Leer werkwoorden – Catalaans
succeir
Li va succeir alguna cosa en l’accident laboral?
overkomen
Is hem iets overkomen tijdens het werkongeluk?
tornar a trucar
Si us plau, torna’m a trucar demà.
terugbellen
Bel me morgen alstublieft terug.
exigir
Ell està exigint una compensació.
eisen
Hij eist compensatie.
exigir
Ell va exigir una compensació a la persona amb qui va tenir un accident.
eisen
Hij eiste compensatie van de persoon waarmee hij een ongeluk had.
xutar
En les arts marcials, has de saber xutar bé.
schoppen
In vechtsporten moet je goed kunnen schoppen.
repetir
El meu lloro pot repetir el meu nom.
herhalen
Mijn papegaai kan mijn naam herhalen.
deixar intacte
La natura va ser deixada intacta.
onaangeroerd laten
De natuur werd onaangeroerd gelaten.
atropellar
Un ciclista va ser atropellat per un cotxe.
aanrijden
Een fietser werd aangereden door een auto.
gastar diners
Hem de gastar molts diners en reparacions.
geld uitgeven
We moeten veel geld uitgeven aan reparaties.
deixar enrere
Van deixar accidentalment el seu fill a l’estació.
achterlaten
Ze hebben hun kind per ongeluk op het station achtergelaten.
pregar
Ell prega en silenci.
bidden
Hij bidt in stilte.