Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/44518719.webp
stap
Hierdie pad moet nie gestap word nie.
bewandelen
Dit pad mag niet bewandeld worden.
cms/verbs-webp/113316795.webp
aanteken
Jy moet met jou wagwoord aanteken.
inloggen
Je moet inloggen met je wachtwoord.
cms/verbs-webp/74908730.webp
veroorsaak
Te veel mense veroorsaak vinnig chaos.
veroorzaken
Te veel mensen veroorzaken snel chaos.
cms/verbs-webp/23257104.webp
druk
Hulle druk die man in die water.
duwen
Ze duwen de man het water in.
cms/verbs-webp/121670222.webp
volg
Die kuikentjies volg altyd hul ma.
volgen
De kuikens volgen altijd hun moeder.
cms/verbs-webp/129002392.webp
verken
Die ruimtevaarders wil die ruimte verken.
verkennen
De astronauten willen de ruimte verkennen.
cms/verbs-webp/43483158.webp
met die trein gaan
Ek sal daarheen met die trein gaan.
met de trein gaan
Ik ga er met de trein heen.
cms/verbs-webp/115172580.webp
bewys
Hy wil ’n wiskundige formule bewys.
bewijzen
Hij wil een wiskundige formule bewijzen.
cms/verbs-webp/124320643.webp
moeilik vind
Albei vind dit moeilik om totsiens te sê.
moeilijk vinden
Beiden vinden het moeilijk om afscheid te nemen.
cms/verbs-webp/104849232.webp
geboorte gee
Sy sal binnekort geboorte gee.
bevallen
Ze zal binnenkort bevallen.
cms/verbs-webp/75195383.webp
wees
Jy moet nie hartseer wees nie!
zijn
Je moet niet verdrietig zijn!
cms/verbs-webp/92145325.webp
kyk
Sy kyk deur ’n gat.
kijken
Ze kijkt door een gat.