Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/30793025.webp
skryte
Han liker å skryte av pengene sine.
pronken
Hij pronkt graag met zijn geld.
cms/verbs-webp/61280800.webp
vise tilbakeholdenhet
Jeg kan ikke bruke for mye penger; jeg må vise tilbakeholdenhet.
beheersen
Ik kan niet te veel geld uitgeven; ik moet me beheersen.
cms/verbs-webp/44269155.webp
kaste
Han kaster sint datamaskinen sin på gulvet.
gooien
Hij gooit zijn computer boos op de grond.
cms/verbs-webp/104849232.webp
føde
Hun vil føde snart.
bevallen
Ze zal binnenkort bevallen.
cms/verbs-webp/5135607.webp
flytte ut
Naboen flytter ut.
verhuizen
De buurman verhuist.
cms/verbs-webp/115172580.webp
bevise
Han vil bevise en matematisk formel.
bewijzen
Hij wil een wiskundige formule bewijzen.
cms/verbs-webp/55128549.webp
kaste
Han kaster ballen i kurven.
gooien
Hij gooit de bal in de mand.
cms/verbs-webp/124458146.webp
overlate
Eierne overlater hundene sine til meg for en tur.
overlaten
De eigenaren laten hun honden aan mij over voor een wandeling.
cms/verbs-webp/109657074.webp
jage bort
En svane jager bort en annen.
wegjagen
De ene zwaan jaagt de andere weg.
cms/verbs-webp/98294156.webp
handle
Folk handler med brukte møbler.
handelen
Mensen handelen in gebruikte meubels.
cms/verbs-webp/112408678.webp
invitere
Vi inviterer deg til vår nyttårsaftenfest.
uitnodigen
Wij nodigen je uit voor ons oudejaarsfeest.
cms/verbs-webp/26758664.webp
spare
Mine barn har spart sine egne penger.
sparen
Mijn kinderen hebben hun eigen geld gespaard.