Woordenlijst
Leer werkwoorden – Noors

gifte seg
Paret har nettopp giftet seg.
trouwen
Het stel is net getrouwd.

stole på
Vi stoler alle på hverandre.
vertrouwen
We vertrouwen elkaar allemaal.

beskytte
En hjelm skal beskytte mot ulykker.
beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.

rense
Hun renser kjøkkenet.
schoonmaken
Ze maakt de keuken schoon.

initiere
De vil initiere skilsmissen deres.
initiëren
Ze zullen hun scheiding initiëren.

forlate
Mange engelske mennesker ønsket å forlate EU.
verlaten
Veel Engelsen wilden de EU verlaten.

navngi
Hvor mange land kan du navngi?
noemen
Hoeveel landen kun je noemen?

gå
Hvor går dere begge to?
gaan
Waar gaan jullie beiden heen?

studere
Jentene liker å studere sammen.
studeren
De meisjes studeren graag samen.

redde
Legene klarte å redde livet hans.
redden
De dokters konden zijn leven redden.

synge
Barna synger en sang.
zingen
De kinderen zingen een lied.
