Woordenlijst
Leer werkwoorden – Noors
berike
Krydder beriker maten vår.
verrijken
Specerijen verrijken ons eten.
male
Han maler veggen hvit.
schilderen
Hij schildert de muur wit.
sammenligne
De sammenligner tallene sine.
vergelijken
Ze vergelijken hun cijfers.
skje
En ulykke har skjedd her.
gebeuren
Hier is een ongeluk gebeurd.
sitte
Mange mennesker sitter i rommet.
zitten
Er zitten veel mensen in de kamer.
snø
Det snødde mye i dag.
sneeuwen
Het heeft vandaag veel gesneeuwd.
skyve
Bilen stoppet og måtte skyves.
duwen
De auto stopte en moest geduwd worden.
gå inn
Skipet går inn i havnen.
binnenkomen
Het schip komt de haven binnen.
stikke innom
Legene stikker innom pasienten hver dag.
langskomen
De artsen komen elke dag bij de patiënt langs.
sove lenge
De vil endelig sove lenge en natt.
uitslapen
Ze willen eindelijk eens een nacht uitslapen.
gå ut
Barna vil endelig gå ut.
uitgaan
De kinderen willen eindelijk naar buiten.