Woordenlijst

Leer werkwoorden – Bosnisch

cms/verbs-webp/32796938.webp
poslati
Ona želi sada poslati pismo.
versturen
Ze wil de brief nu versturen.
cms/verbs-webp/91997551.webp
razumjeti
Ne može se sve razumjeti o računalima.
begrijpen
Men kan niet alles over computers begrijpen.
cms/verbs-webp/47969540.webp
oslijepiti
Čovjek s bedževima je oslijepio.
blind worden
De man met de badges is blind geworden.
cms/verbs-webp/102136622.webp
povući
On povlači sanku.
trekken
Hij trekt de slee.
cms/verbs-webp/120086715.webp
završiti
Možeš li završiti slagalicu?
voltooien
Kun je de puzzel voltooien?
cms/verbs-webp/82378537.webp
odstraniti
Ove stare gumene gume moraju se posebno odstraniti.
weggooien
Deze oude rubberen banden moeten apart worden weggegooid.
cms/verbs-webp/74036127.webp
propustiti
Čovjek je propustio svoj vlak.
missen
De man heeft zijn trein gemist.
cms/verbs-webp/75001292.webp
krenuti
Kada se svjetlo promijenilo, automobili su krenuli.
wegrijden
Toen het licht veranderde, reden de auto’s weg.
cms/verbs-webp/109099922.webp
podsjetiti
Računar me podsjeća na moje sastanke.
herinneren
De computer herinnert me aan mijn afspraken.
cms/verbs-webp/107852800.webp
gledati
Gleda kroz dvogled.
kijken
Ze kijkt door een verrekijker.
cms/verbs-webp/129203514.webp
ćaskati
Često ćaska sa svojim susjedom.
kletsen
Hij kletst vaak met zijn buurman.
cms/verbs-webp/108295710.webp
pravopisati
Djeca uče pravopis.
spellen
De kinderen leren spellen.