Woordenlijst
Leer werkwoorden – Arabisch

رمى
رمى حاسوبه بغضب على الأرض.
rumaa
ramaa hasubah bighadab ealaa al‘arda.
gooien
Hij gooit zijn computer boos op de grond.

يأتي
الركوب على الأمواج يأتي له بسهولة.
yati
alrukub ealaa al‘amwaj yati lah bisuhulatin.
gemakkelijk gaan
Surfen gaat hem gemakkelijk af.

عاد
عاد البوميرانج.
ead
ead albumiranji.
terugkomen
De boemerang kwam terug.

يدور
السيارات تدور في دائرة.
yadur
alsayaarat tadur fi dayirati.
rondrijden
De auto’s rijden in een cirkel rond.

أطلق
أطلق الدخان الإنذار.
‘utliq
‘atlaq aldukhan al‘iindhari.
activeren
De rook activeerde het alarm.

يضلل
من السهل أن يضلل المرء في الغابة.
yudalil
min alsahl ‘an yudalil almar‘ fi alghabati.
verdwalen
Het is gemakkelijk om in het bos te verdwalen.

بدأ
الجنود يبدأون.
bada
aljunud yabda‘uwna.
beginnen
De soldaten beginnen.

أكملوا
أكملوا المهمة الصعبة.
‘akmaluu
‘akmaluu almuhimat alsaebata.
voltooien
Ze hebben de moeilijke taak voltooid.

سبح
تسبح بانتظام.
sabah
tasbah biantizami.
zwemmen
Ze zwemt regelmatig.

وصلنا
كيف وصلنا إلى هذا الوضع؟
wasluna
kayf wasalna ‘iilaa hadha alwadei?
terechtkomen
Hoe zijn we in deze situatie terechtgekomen?

أملك
أملك سيارة رياضية حمراء.
‘amlak
‘amlik sayaaratan riadiatan hamra‘a.
bezitten
Ik bezit een rode sportwagen.
