المفردات
تعلم الأفعال – الهولندية
bewegen
Het is gezond om veel te bewegen.
تحرك
من الصحي أن تتحرك كثيرًا.
schrijven op
De kunstenaars hebben op de hele muur geschreven.
كتب على
الفنانون كتبوا على الجدار كله.
voorbijgaan
De middeleeuwse periode is voorbijgegaan.
مر
قد مر العصر الوسيط.
opletten
Men moet opletten voor de verkeerstekens.
يجب الانتباه إلى
يجب الانتباه إلى علامات المرور.
bezitten
Ik bezit een rode sportwagen.
أملك
أملك سيارة رياضية حمراء.
beïnvloeden
Laat je niet door anderen beïnvloeden!
لا تدع نفسك
لا تدع نفسك تتأثر بالآخرين!
vertrouwen
We vertrouwen elkaar allemaal.
ثق
نثق جميعاً ببعضنا البعض.
vergeten
Ze wil het verleden niet vergeten.
تريد نسيان
هي لا تريد نسيان الماضي.
smaken
Dit smaakt echt goed!
تذوق
هذا يتذوق بشكل جيد حقًا!
bewandelen
Dit pad mag niet bewandeld worden.
سار
لا يجب السير في هذا المسار.
mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.
خلط
يحتاج إلى خلط مكونات مختلفة.