‫المفردات

تعلم الأفعال – الهولندية

cms/verbs-webp/60395424.webp
rondspringen
Het kind springt vrolijk in het rond.
يقفز حوله
الطفل يقفز حوله بسعادة.
cms/verbs-webp/42212679.webp
werken voor
Hij heeft hard gewerkt voor zijn goede cijfers.
عمل من أجل
عمل بجد من أجل درجاته الجيدة.
cms/verbs-webp/122224023.webp
achteruit zetten
Binnenkort moeten we de klok weer achteruit zetten.
تأخير
سنضطر قريبًا لتأخير الساعة مرة أخرى.
cms/verbs-webp/120259827.webp
bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.
ينتقد
المدير ينتقد الموظف.
cms/verbs-webp/128159501.webp
mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.
خلط
يحتاج إلى خلط مكونات مختلفة.
cms/verbs-webp/67880049.webp
loslaten
Je mag de grip niet loslaten!
ترك
لا يجب أن تترك القبضة!
cms/verbs-webp/109071401.webp
omarmen
De moeder omarmt de kleine voetjes van de baby.
تحتضن
الأم تحتضن قدمي الطفل الصغيرتين.
cms/verbs-webp/101556029.webp
weigeren
Het kind weigert zijn eten.
يرفض
الطفل يرفض طعامه.
cms/verbs-webp/75508285.webp
verheugen
Kinderen verheugen zich altijd op sneeuw.
تطلع
الأطفال دائماً يتطلعون إلى الثلج.
cms/verbs-webp/35137215.webp
slaan
Ouders zouden hun kinderen niet moeten slaan.
ضرب
يجب على الوالدين عدم ضرب أطفالهم.
cms/verbs-webp/106622465.webp
zitten
Ze zit bij de zee tijdens zonsondergang.
جلس
تجلس بجانب البحر عند الغروب.
cms/verbs-webp/64904091.webp
oprapen
We moeten alle appels oprapen.
يجب أن نلتقط
يجب أن نلتقط جميع التفاح.