Woordenlijst
Leer werkwoorden – Arabisch

يجلب
العامل يجلب الطعام.
yajlib
aleamil yajlib altaeami.
brengen
De bezorger brengt het eten.

تحدث
تريد التحدث إلى صديقتها.
tahadath
turid altahaduth ‘iilaa sadiqitiha.
uitspreken
Ze wil zich uitspreken tegen haar vriend.

يريدون
الرائدون الفضائيون يريدون استكشاف الفضاء الخارجي.
yuridun
alraayidun alfadayiyuwn yuridun aistikshaf alfada‘ alkhariji.
verkennen
De astronauten willen de ruimte verkennen.

يحملون
يحملون أطفالهم على ظهورهم.
yahmilun
yahmilun ‘atfalahum ealaa zuhurihim.
dragen
Ze dragen hun kinderen op hun rug.

فاته
فات الرجل قطاره.
fatah
fat alrajul qitarahu.
missen
De man heeft zijn trein gemist.

قلب
تقلب اللحم.
qalb
taqalib alluhami.
draaien
Ze draait het vlees.

يقلل
أحتاج بالتأكيد إلى تقليل تكاليف التدفئة الخاصة بي.
yuqalil
‘ahtaj bialtaakid ‘iilaa taqlil takalif altadfiat alkhasat bi.
verminderen
Ik moet absoluut mijn stookkosten verminderen.

فاجأ
فاجأت والديها بهدية.
faja
fajat walidayha bihadiatin.
verrassen
Ze verraste haar ouders met een cadeau.

نشر
الناشر نشر العديد من الكتب.
nashar
alnaashir nashr aleadid min alkutubu.
publiceren
De uitgever heeft veel boeken gepubliceerd.

عاقبت
عاقبت ابنتها.
eaqabat
eaqabt abnitiha.
straffen
Ze strafte haar dochter.

تقاوم
وحدة الإطفاء تقاوم الحريق من الجو.
tuqawim
wahdat al‘iitfa‘ tuqawim alhariq min aljaw.
bestrijden
De brandweer bestrijdt het vuur vanuit de lucht.
