Woordenlijst
Leer werkwoorden – Bosnisch

doručkovati
Radije doručkujemo u krevetu.
ontbijten
We ontbijten het liefst op bed.

protestirati
Ljudi protestiraju protiv nepravde.
protesteren
Mensen protesteren tegen onrecht.

ukloniti
Majstor je uklonio stare pločice.
verwijderen
De vakman heeft de oude tegels verwijderd.

opiti se
On se opija skoro svaku večer.
worden dronken
Hij wordt bijna elke avond dronken.

posluživati
Danas nas kuhar osobno poslužuje.
bedienen
De chef bedient ons vandaag zelf.

proći
Može li mačka proći kroz ovu rupu?
doorgaan
Kan de kat door dit gat gaan?

dodirnuti
Nježno ju je dodirnuo.
aanraken
Hij raakte haar teder aan.

buditi
Budilnik je budi u 10 sati.
wekken
De wekker wekt haar om 10 uur ’s ochtends.

šetati
Obitelj šeta nedjeljom.
wandelen
De familie gaat op zondag wandelen.

obnoviti
Slikar želi obnoviti boju zida.
vernieuwen
De schilder wil de muurkleur vernieuwen.

povezati
Ovaj most povezuje dvije četvrti.
verbinden
Deze brug verbindt twee wijken.
