Woordenlijst

Leer werkwoorden – Bosnisch

cms/verbs-webp/46602585.webp
prevoziti
Bicikle prevozimo na krovu automobila.
vervoeren
We vervoeren de fietsen op het dak van de auto.
cms/verbs-webp/23258706.webp
podići
Helikopter podiže dva čovjeka.
optrekken
De helikopter trekt de twee mannen omhoog.
cms/verbs-webp/54887804.webp
garantirati
Osiguranje garantira zaštitu u slučaju nesreća.
garanderen
Verzekering garandeert bescherming bij ongevallen.
cms/verbs-webp/21689310.webp
pozvati
Moj učitelj me često poziva.
aanspreken
Mijn leraar spreekt me vaak aan.
cms/verbs-webp/118861770.webp
bojati se
Dijete se boji u mraku.
bang zijn
Het kind is bang in het donker.
cms/verbs-webp/20225657.webp
tražiti
Moj unuk puno traži od mene.
vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.
cms/verbs-webp/68761504.webp
pregledati
Zubar pregledava pacijentovu dentaciju.
controleren
De tandarts controleert het gebit van de patiënt.
cms/verbs-webp/120686188.webp
učiti
Djevojke vole učiti zajedno.
studeren
De meisjes studeren graag samen.
cms/verbs-webp/92456427.webp
kupiti
Oni žele kupiti kuću.
kopen
Ze willen een huis kopen.
cms/verbs-webp/41918279.webp
pobjeći
Naš sin je želio pobjeći od kuće.
weglopen
Onze zoon wilde van huis weglopen.
cms/verbs-webp/73649332.webp
vikati
Ako želiš biti čuo, moraš glasno vikati svoju poruku.
schreeuwen
Als je gehoord wilt worden, moet je je boodschap luid schreeuwen.
cms/verbs-webp/108580022.webp
vratiti se
Otac se vratio iz rata.
terugkeren
De vader is teruggekeerd uit de oorlog.