Woordenlijst
Leer werkwoorden – Kroatisch

provjeriti
Mehaničar provjerava funkcije automobila.
controleren
De monteur controleert de functies van de auto.

napustiti
Turisti napuštaju plažu u podne.
verlaten
Toeristen verlaten het strand rond de middag.

početi
Novi život počinje brakom.
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.

pisati
Djeca uče pisati.
spellen
De kinderen leren spellen.

boriti se
Sportaši se bore jedan protiv drugog.
vechten
De atleten vechten tegen elkaar.

dostaviti
Naša kći dostavlja novine tijekom praznika.
bezorgen
Onze dochter bezorgt kranten tijdens de vakantie.

uvjeriti
Često mora uvjeriti svoju kćer da jede.
overtuigen
Ze moet haar dochter vaak overtuigen om te eten.

zapovijedati
On zapovijeda svom psu.
bevelen
Hij beveelt zijn hond.

povući
On povlači sanjke.
trekken
Hij trekt de slee.

skakutati
Dijete veselo skakuće.
rondspringen
Het kind springt vrolijk in het rond.

brinuti
Naš sin se jako dobro brine o svom novom automobilu.
zorgen voor
Onze zoon zorgt heel goed voor zijn nieuwe auto.
