Woordenlijst

Leer werkwoorden – Kroatisch

cms/verbs-webp/38753106.webp
govoriti
U kinu se ne bi trebalo govoriti preglasno.
spreken
Men moet niet te luid spreken in de bioscoop.
cms/verbs-webp/70055731.webp
polaziti
Vlak polazi.
vertrekken
De trein vertrekt.
cms/verbs-webp/23468401.webp
zaručiti se
Tajno su se zaručili!
verloven
Ze hebben stiekem verloofd!
cms/verbs-webp/127554899.webp
preferirati
Naša kći ne čita knjige; preferira svoj telefon.
verkiezen
Onze dochter leest geen boeken; ze verkiest haar telefoon.
cms/verbs-webp/44518719.webp
hodati
Ovom stazom se ne smije hodati.
bewandelen
Dit pad mag niet bewandeld worden.
cms/verbs-webp/95625133.webp
voljeti
Jako voli svoju mačku.
houden van
Ze houdt heel veel van haar kat.
cms/verbs-webp/60395424.webp
skakutati
Dijete veselo skakuće.
rondspringen
Het kind springt vrolijk in het rond.
cms/verbs-webp/109099922.webp
podsjetiti
Računalo me podsjeća na moje sastanke.
herinneren
De computer herinnert me aan mijn afspraken.
cms/verbs-webp/34979195.webp
sastati se
Lijepo je kada se dvoje ljudi sastanu.
samenkomen
Het is fijn als twee mensen samenkomen.
cms/verbs-webp/51465029.webp
kasniti
Sat kasni nekoliko minuta.
achterlopen
De klok loopt een paar minuten achter.
cms/verbs-webp/128159501.webp
miješati
Razni sastojci trebaju biti pomiješani.
mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.
cms/verbs-webp/99207030.webp
stići
Avion je stigao na vrijeme.
aankomen
Het vliegtuig is op tijd aangekomen.