Woordenlijst

Leer werkwoorden – Ests

cms/verbs-webp/109542274.webp
läbi laskma
Kas pagulasi peaks piiril läbi laskma?
doorlaten
Moeten vluchtelingen aan de grenzen worden doorgelaten?
cms/verbs-webp/129002392.webp
uurima
Astronaudid tahavad uurida kosmost.
verkennen
De astronauten willen de ruimte verkennen.
cms/verbs-webp/61162540.webp
käivitama
Suits käivitas häiresüsteemi.
activeren
De rook activeerde het alarm.
cms/verbs-webp/118026524.webp
saama
Ma saan väga kiiret internetti.
ontvangen
Ik kan zeer snel internet ontvangen.
cms/verbs-webp/119235815.webp
armastama
Ta tõesti armastab oma hobust.
houden van
Ze houdt echt veel van haar paard.
cms/verbs-webp/84472893.webp
sõitma
Lapsed armastavad ratastel või tõukeratastel sõita.
rijden
Kinderen rijden graag op fietsen of steps.
cms/verbs-webp/110045269.webp
lõpetama
Ta lõpetab oma jooksuringi iga päev.
voltooien
Hij voltooit elke dag zijn jogroute.
cms/verbs-webp/75508285.webp
ootama
Lapsed ootavad alati lund.
verheugen
Kinderen verheugen zich altijd op sneeuw.
cms/verbs-webp/120686188.webp
õppima
Tüdrukud eelistavad koos õppida.
studeren
De meisjes studeren graag samen.
cms/verbs-webp/81986237.webp
segama
Ta segab puuviljamahla.
mengen
Ze mengt een vruchtensap.
cms/verbs-webp/65840237.webp
saatma
Kaubad saadetakse mulle pakendis.
sturen
De goederen worden in een pakket naar mij gestuurd.
cms/verbs-webp/87994643.webp
kõndima
Grupp kõndis üle silla.
wandelen
De groep wandelde over een brug.