Woordenlijst
Leer werkwoorden – Ests

teatama
Ta teatab skandaalist oma sõbrale.
melden
Ze meldt het schandaal aan haar vriendin.

pakkuma
Mida sa mulle oma kala eest pakud?
aanbieden
Wat bied je me aan voor mijn vis?

kaotama
Oota, oled oma rahakoti kaotanud!
verliezen
Wacht, je hebt je portemonnee verloren!

kaotama
Nõrgem koer kaotab võitluses.
verslagen worden
De zwakkere hond wordt verslagen in het gevecht.

kirjeldama
Kuidas saab värve kirjeldada?
beschrijven
Hoe kun je kleuren beschrijven?

armastama
Ta armastab oma kassi väga.
houden van
Ze houdt heel veel van haar kat.

kordama
Kas saate seda palun korrata?
herhalen
Kun je dat alstublieft herhalen?

puutumatuna jätma
Loodust jäeti puutumata.
onaangeroerd laten
De natuur werd onaangeroerd gelaten.

tühistama
Lend on tühistatud.
annuleren
De vlucht is geannuleerd.

tagastama
Õpetaja tagastab õpilastele esseesid.
teruggeven
De leraar geeft de essays terug aan de studenten.

aktsepteerima
Mõned inimesed ei taha tõde aktsepteerida.
accepteren
Sommige mensen willen de waarheid niet accepteren.
