Woordenlijst

Leer werkwoorden – Ests

cms/verbs-webp/101945694.webp
sisse magama
Nad soovivad lõpuks üheks ööks sisse magada.
uitslapen
Ze willen eindelijk eens een nacht uitslapen.
cms/verbs-webp/120200094.webp
segama
Võite segada tervisliku salati köögiviljadega.
mengen
Je kunt een gezonde salade met groenten mengen.
cms/verbs-webp/109588921.webp
välja lülitama
Ta lülitab äratuse välja.
uitzetten
Ze zet de wekker uit.
cms/verbs-webp/103719050.webp
arendama
Nad arendavad uut strateegiat.
ontwikkelen
Ze ontwikkelen een nieuwe strategie.
cms/verbs-webp/110056418.webp
kõnet pidama
Poliitik peab paljude tudengite ees kõnet.
een toespraak houden
De politicus houdt een toespraak voor veel studenten.
cms/verbs-webp/102136622.webp
tõmbama
Ta tõmbab kelku.
trekken
Hij trekt de slee.
cms/verbs-webp/28787568.webp
kaduma
Mu võti kadus täna ära!
verdwalen
Mijn sleutel is vandaag verloren gegaan!
cms/verbs-webp/104825562.webp
seadistama
Sa pead kella seadistama.
instellen
Je moet de klok instellen.
cms/verbs-webp/86196611.webp
üle sõitma
Kahjuks sõidetakse autodega endiselt palju loomi üle.
overrijden
Helaas worden er nog veel dieren overreden door auto’s.
cms/verbs-webp/129945570.webp
vastama
Ta vastas küsimusega.
antwoorden
Ze antwoordde met een vraag.
cms/verbs-webp/94909729.webp
ootama
Me peame veel kuu aega ootama.
wachten
We moeten nog een maand wachten.
cms/verbs-webp/64053926.webp
ületama
Sportlased ületavad koske.
overwinnen
De atleten overwinnen de waterval.