Woordenlijst

Leer werkwoorden – Esperanto

cms/verbs-webp/84847414.webp
zorgi
Nia filo bone zorgas pri sia nova aŭto.
zorgen voor
Onze zoon zorgt heel goed voor zijn nieuwe auto.
cms/verbs-webp/82378537.webp
forigi
Ĉi tiuj malnovaj gumaĵoj devas esti aparte forigitaj.
weggooien
Deze oude rubberen banden moeten apart worden weggegooid.
cms/verbs-webp/46385710.webp
akcepti
Kreditkartoj estas akceptataj ĉi tie.
accepteren
Creditcards worden hier geaccepteerd.
cms/verbs-webp/123380041.webp
okazi al
Ĉu io okazis al li en la labora akcidento?
overkomen
Is hem iets overkomen tijdens het werkongeluk?
cms/verbs-webp/74009623.webp
testi
La aŭto estas testata en la laborestalejo.
testen
De auto wordt in de werkplaats getest.
cms/verbs-webp/73649332.webp
krii
Se vi volas esti aŭdata, vi devas laŭte krii vian mesaĝon.
schreeuwen
Als je gehoord wilt worden, moet je je boodschap luid schreeuwen.
cms/verbs-webp/101158501.webp
danki
Li dankis ŝin per floroj.
bedanken
Hij bedankte haar met bloemen.
cms/verbs-webp/116519780.webp
elkuri
Ŝi elkuras kun la novaj ŝuoj.
naar buiten rennen
Ze rent met de nieuwe schoenen naar buiten.
cms/verbs-webp/41918279.webp
forkuri
Nia filo volis forkuri el hejmo.
weglopen
Onze zoon wilde van huis weglopen.
cms/verbs-webp/102631405.webp
forgesi
Ŝi ne volas forgesi la pasintecon.
vergeten
Ze wil het verleden niet vergeten.
cms/verbs-webp/46602585.webp
transporti
Ni transportas la biciklojn sur la tegmento de la aŭto.
vervoeren
We vervoeren de fietsen op het dak van de auto.
cms/verbs-webp/55128549.webp
ĵeti
Li ĵetas la pilkon en la korbon.
gooien
Hij gooit de bal in de mand.