Vortprovizo

Lernu Verbojn – nederlanda

cms/verbs-webp/33463741.webp
openen
Kun je dit blikje voor me openen?
malfermi
Ĉu vi bonvole povas malfermi ĉi tiun ladon por mi?
cms/verbs-webp/124545057.webp
luisteren naar
De kinderen luisteren graag naar haar verhalen.
aŭskulti
La infanoj ŝatas aŭskulti ŝiajn rakontojn.
cms/verbs-webp/132125626.webp
overtuigen
Ze moet haar dochter vaak overtuigen om te eten.
konvinki
Ŝi ofte devas konvinki sian filinon manĝi.
cms/verbs-webp/91367368.webp
wandelen
De familie gaat op zondag wandelen.
promeni
La familio promenas dimanĉe.
cms/verbs-webp/74908730.webp
veroorzaken
Te veel mensen veroorzaken snel chaos.
kaŭzi
Tro da homoj rapide kaŭzas ĥaoson.
cms/verbs-webp/82604141.webp
weggooien
Hij stapt op een weggegooide bananenschil.
surpaŝi
Li surpaŝas ĵetitan bananan ŝelon.
cms/verbs-webp/18316732.webp
doorrijden
De auto rijdt door een boom.
veturi tra
La aŭto veturas tra arbo.
cms/verbs-webp/68779174.webp
vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.
reprezenti
Advokatoj reprezentas siajn klientojn en juĝejo.
cms/verbs-webp/116519780.webp
naar buiten rennen
Ze rent met de nieuwe schoenen naar buiten.
elkuri
Ŝi elkuras kun la novaj ŝuoj.
cms/verbs-webp/58292283.webp
eisen
Hij eist compensatie.
postuli
Li postulas kompenson.
cms/verbs-webp/111750432.webp
hangen
Ze hangen beide aan een tak.
pendi
Ambaŭ pendas sur branĉo.
cms/verbs-webp/124320643.webp
moeilijk vinden
Beiden vinden het moeilijk om afscheid te nemen.
trovi malfacila
Ambaŭ trovas ĝin malfacile diri ĝisrevido.