Vortprovizo
Lernu Verbojn – nederlanda

becommentariëren
Hij becommentarieert elke dag de politiek.
komenti
Li komentas politikon ĉiutage.

bewandelen
Dit pad mag niet bewandeld worden.
marŝi
Ĉi tiu vojo ne rajtas esti marŝita.

evalueren
Hij evalueert de prestaties van het bedrijf.
taksadi
Li taksadas la rendimenton de la firmao.

gemakkelijk gaan
Surfen gaat hem gemakkelijk af.
fariĝi facila
Surfado fariĝas facila por li.

verantwoordelijk zijn voor
De arts is verantwoordelijk voor de therapie.
respondeci
La kuracisto respondecas pri la terapio.

uitzoeken
Ze zoekt een nieuwe zonnebril uit.
elekti
Ŝi elektas novan paron da sunokulvitroj.

achterlaten
Ze liet een stuk pizza voor me achter.
forlasi
Ŝi forlasis al mi tranĉon de pico.

ontmoeten
De vrienden ontmoetten elkaar voor een gezamenlijk diner.
renkonti
La amikoj renkontiĝis por kuna vespermanĝo.

trouwen
Het stel is net getrouwd.
edziniĝi
La paro ĵus edziniĝis.

duwen
De verpleegster duwt de patiënt in een rolstoel.
puŝi
La flegistino puŝas la pacienton en rulseĝo.

eten
Wat willen we vandaag eten?
manĝi
Kion ni volas manĝi hodiaŭ?
