Vortprovizo

Lernu Verbojn – nederlanda

cms/verbs-webp/124274060.webp
achterlaten
Ze liet een stuk pizza voor me achter.
forlasi
Ŝi forlasis al mi tranĉon de pico.
cms/verbs-webp/100965244.webp
naar beneden kijken
Ze kijkt naar beneden het dal in.
rigardi
Ŝi rigardas malsupren en la valon.
cms/verbs-webp/108991637.webp
vermijden
Ze vermijdt haar collega.
eviti
Ŝi evitas ŝian kunlaboranton.
cms/verbs-webp/118011740.webp
bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.
konstrui
La infanoj konstruas altan turon.
cms/verbs-webp/74693823.webp
nodig hebben
Je hebt een krik nodig om een band te verwisselen.
bezoni
Vi bezonas levilon por ŝanĝi pneŭon.
cms/verbs-webp/127720613.webp
missen
Hij mist zijn vriendin erg.
manki
Lin tre mankas sia koramikino.
cms/verbs-webp/118868318.webp
houden van
Ze houdt meer van chocolade dan van groenten.
ŝati
Ŝi ŝatas ĉokoladon pli ol legomojn.
cms/verbs-webp/34567067.webp
zoeken naar
De politie zoekt naar de dader.
serĉi
La polico serĉas la kulpulon.
cms/verbs-webp/115153768.webp
duidelijk zien
Ik kan alles duidelijk zien door mijn nieuwe bril.
klare vidi
Mi povas klare vidi ĉion tra miaj novaj okulvitroj.
cms/verbs-webp/73880931.webp
schoonmaken
De werker maakt het raam schoon.
purigi
La laboristo purigas la fenestron.
cms/verbs-webp/91147324.webp
belonen
Hij werd beloond met een medaille.
rekompenci
Li estis rekompencita per medalo.
cms/verbs-webp/68212972.webp
opmerken
Wie iets weet, mag in de klas opmerken.
paroli
Kiu scias ion rajtas paroli en la klaso.