Vortprovizo

Lernu Verbojn – nederlanda

cms/verbs-webp/63351650.webp
annuleren
De vlucht is geannuleerd.
nuligi
La flugo estas nuligita.
cms/verbs-webp/81973029.webp
initiëren
Ze zullen hun scheiding initiëren.
inaŭguri
Ili inaŭguros sian divorcon.
cms/verbs-webp/67955103.webp
eten
De kippen eten de granen.
manĝi
La kokinoj manĝas la grenojn.
cms/verbs-webp/75508285.webp
verheugen
Kinderen verheugen zich altijd op sneeuw.
atendi
Infanoj ĉiam atendas negon.
cms/verbs-webp/120900153.webp
uitgaan
De kinderen willen eindelijk naar buiten.
eliri
La infanoj finfine volas eliri eksteren.
cms/verbs-webp/129244598.webp
beperken
Tijdens een dieet moet je je voedselinname beperken.
limigi
Dum dieto, oni devas limigi sian manĝaĵon.
cms/verbs-webp/118759500.webp
oogsten
We hebben veel wijn geoogst.
rikolti
Ni rikoltis multe da vino.
cms/verbs-webp/40946954.webp
sorteren
Hij sorteert graag zijn postzegels.
ordigi
Li ŝatas ordigi siajn poŝtmarkojn.
cms/verbs-webp/132030267.webp
consumeren
Ze consumeert een stukje taart.
konsumi
Ŝi konsumas pecon da kuketo.
cms/verbs-webp/21529020.webp
toelopen
Het meisje loopt naar haar moeder toe.
alkuri
La knabino alkuras al sia patrino.
cms/verbs-webp/102304863.webp
schoppen
Pas op, het paard kan schoppen!
bati
Atentu, la ĉevalo povas bati!
cms/verbs-webp/36190839.webp
bestrijden
De brandweer bestrijdt het vuur vanuit de lucht.
batali
La fajrobrigado batalas la fajron el la aero.