Vortprovizo

Lernu Verbojn – nederlanda

cms/verbs-webp/67095816.webp
samenwonen
De twee zijn van plan om binnenkort samen te gaan wonen.
kunlokiĝi
La du planas kunlokiĝi baldaŭ.
cms/verbs-webp/74176286.webp
beschermen
De moeder beschermt haar kind.
protekti
La patrino protektas sian infanon.
cms/verbs-webp/81740345.webp
samenvatten
Je moet de belangrijkste punten uit deze tekst samenvatten.
resumi
Vi devas resumi la ĉefajn punktojn el ĉi tiu teksto.
cms/verbs-webp/73488967.webp
onderzoeken
Bloedmonsters worden in dit lab onderzocht.
ekzameni
Sangajn specimenojn oni ekzamenas en ĉi tiu laboratorio.
cms/verbs-webp/113418367.webp
beslissen
Ze kan niet beslissen welke schoenen ze moet dragen.
decidi
Ŝi ne povas decidi kiujn ŝuojn porti.
cms/verbs-webp/91930309.webp
importeren
We importeren fruit uit veel landen.
importi
Ni importas fruktojn el multaj landoj.
cms/verbs-webp/63457415.webp
vereenvoudigen
Je moet ingewikkelde dingen voor kinderen vereenvoudigen.
simpligi
Vi devas simpligi komplikitajn aĵojn por infanoj.
cms/verbs-webp/99602458.webp
beperken
Moet handel worden beperkt?
limigi
Ĉu oni devus limigi komercon?
cms/verbs-webp/83776307.webp
verhuizen
Mijn neefje gaat verhuizen.
translokiĝi
Mia nevo translokiĝas.
cms/verbs-webp/8451970.webp
bespreken
De collega’s bespreken het probleem.
diskuti
La kolegoj diskutas la problemon.
cms/verbs-webp/97335541.webp
becommentariëren
Hij becommentarieert elke dag de politiek.
komenti
Li komentas politikon ĉiutage.
cms/verbs-webp/32180347.webp
uit elkaar halen
Onze zoon haalt alles uit elkaar!
disigi
Nia filo ĉion disigas!