Woordenlijst

Leer werkwoorden – Esperanto

cms/verbs-webp/101630613.webp
serĉi
La ŝtelisto serĉas la domon.
doorzoeken
De inbreker doorzoekt het huis.
cms/verbs-webp/91603141.webp
forkuri
Iuj infanoj forkuras el hejmo.
weglopen
Sommige kinderen lopen van huis weg.
cms/verbs-webp/90643537.webp
kanti
La infanoj kantas kanton.
zingen
De kinderen zingen een lied.
cms/verbs-webp/110056418.webp
paroli
La politikisto parolas antaŭ multaj studentoj.
een toespraak houden
De politicus houdt een toespraak voor veel studenten.
cms/verbs-webp/105854154.webp
limigi
Bariloj limigas nian liberecon.
begrenzen
Hekken begrenzen onze vrijheid.
cms/verbs-webp/108520089.webp
enhavi
Fiŝoj, fromaĝo kaj lakto enhavas multe da proteinoj.
bevatten
Vis, kaas en melk bevatten veel eiwitten.
cms/verbs-webp/5135607.webp
ellokiĝi
La najbaro ellokiĝas.
verhuizen
De buurman verhuist.
cms/verbs-webp/119335162.webp
movi
Estas sana multe moviĝi.
bewegen
Het is gezond om veel te bewegen.
cms/verbs-webp/113248427.webp
venki
Li provas venki ĉe ŝako.
winnen
Hij probeert te winnen met schaken.
cms/verbs-webp/58477450.webp
luigi
Li luigas sian domon.
verhuren
Hij verhuurt zijn huis.
cms/verbs-webp/77581051.webp
proponi
Kion vi proponas al mi por mia fiŝo?
aanbieden
Wat bied je me aan voor mijn vis?
cms/verbs-webp/120900153.webp
eliri
La infanoj finfine volas eliri eksteren.
uitgaan
De kinderen willen eindelijk naar buiten.