Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/89516822.webp
straf
Sy het haar dogter gestraf.
straffen
Ze strafte haar dochter.
cms/verbs-webp/91367368.webp
stap
Die gesin gaan Sondae stap.
wandelen
De familie gaat op zondag wandelen.
cms/verbs-webp/122789548.webp
gee
Wat het haar kêrel vir haar vir haar verjaardag gegee?
geven
Wat heeft haar vriend haar voor haar verjaardag gegeven?
cms/verbs-webp/129235808.webp
luister
Hy luister graag na sy swanger vrou se maag.
luisteren
Hij luistert graag naar de buik van zijn zwangere vrouw.
cms/verbs-webp/114993311.webp
sien
Jy kan beter sien met brille.
zien
Je kunt beter zien met een bril.
cms/verbs-webp/114593953.webp
ontmoet
Hulle het mekaar die eerste keer op die internet ontmoet.
ontmoeten
Ze ontmoetten elkaar voor het eerst op het internet.
cms/verbs-webp/45022787.webp
doodmaak
Ek sal die vlieg doodmaak!
doden
Ik zal de vlieg doden!
cms/verbs-webp/123834435.webp
terugneem
Die toestel is defektief; die handelaar moet dit terugneem.
terugnemen
Het apparaat is defect; de winkelier moet het terugnemen.
cms/verbs-webp/90321809.webp
geld uitgee
Ons moet baie geld aan herstelwerk spandeer.
geld uitgeven
We moeten veel geld uitgeven aan reparaties.
cms/verbs-webp/71260439.webp
skryf aan
Hy het verlede week aan my geskryf.
schrijven naar
Hij schreef me vorige week.
cms/verbs-webp/83636642.webp
slaan
Sy slaan die bal oor die net.
slaan
Ze slaat de bal over het net.
cms/verbs-webp/93393807.webp
gebeur
Vreemde dinge gebeur in drome.
gebeuren
Vreemde dingen gebeuren in dromen.