Woordenlijst

Leer werkwoorden – Frans

cms/verbs-webp/100466065.webp
omettre
Vous pouvez omettre le sucre dans le thé.
weglaten
Je kunt de suiker in de thee weglaten.
cms/verbs-webp/118343897.webp
travailler ensemble
Nous travaillons ensemble en équipe.
samenwerken
We werken samen als een team.
cms/verbs-webp/82604141.webp
jeter
Il marche sur une peau de banane jetée.
weggooien
Hij stapt op een weggegooide bananenschil.
cms/verbs-webp/112755134.webp
appeler
Elle ne peut appeler que pendant sa pause déjeuner.
bellen
Ze kan alleen bellen tijdens haar lunchpauze.
cms/verbs-webp/114593953.webp
rencontrer
Ils se sont d’abord rencontrés sur internet.
ontmoeten
Ze ontmoetten elkaar voor het eerst op het internet.
cms/verbs-webp/74119884.webp
ouvrir
L’enfant ouvre son cadeau.
openen
Het kind opent zijn cadeau.
cms/verbs-webp/99392849.webp
enlever
Comment peut-on enlever une tache de vin rouge?
verwijderen
Hoe kan men een rode wijnvlek verwijderen?
cms/verbs-webp/64053926.webp
surmonter
Les athlètes surmontent la cascade.
overwinnen
De atleten overwinnen de waterval.
cms/verbs-webp/84850955.webp
changer
Beaucoup de choses ont changé à cause du changement climatique.
veranderen
Veel is veranderd door klimaatverandering.
cms/verbs-webp/122010524.webp
entreprendre
J’ai entrepris de nombreux voyages.
ondernemen
Ik heb veel reizen ondernomen.
cms/verbs-webp/80116258.webp
évaluer
Il évalue la performance de l’entreprise.
evalueren
Hij evalueert de prestaties van het bedrijf.
cms/verbs-webp/67624732.webp
craindre
Nous craignons que la personne soit gravement blessée.
vrezen
We vrezen dat de persoon ernstig gewond is.