Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

cms/verbs-webp/104167534.webp
own
I own a red sports car.
bezitten
Ik bezit een rode sportwagen.
cms/verbs-webp/65840237.webp
send
The goods will be sent to me in a package.
sturen
De goederen worden in een pakket naar mij gestuurd.
cms/verbs-webp/96061755.webp
serve
The chef is serving us himself today.
bedienen
De chef bedient ons vandaag zelf.
cms/verbs-webp/103797145.webp
hire
The company wants to hire more people.
aannemen
Het bedrijf wil meer mensen aannemen.
cms/verbs-webp/91930309.webp
import
We import fruit from many countries.
importeren
We importeren fruit uit veel landen.
cms/verbs-webp/100649547.webp
hire
The applicant was hired.
aannemen
De sollicitant werd aangenomen.
cms/verbs-webp/124458146.webp
leave to
The owners leave their dogs to me for a walk.
overlaten
De eigenaren laten hun honden aan mij over voor een wandeling.
cms/verbs-webp/103163608.webp
count
She counts the coins.
tellen
Ze telt de munten.
cms/verbs-webp/123203853.webp
cause
Alcohol can cause headaches.
veroorzaken
Alcohol kan hoofdpijn veroorzaken.
cms/verbs-webp/109542274.webp
let through
Should refugees be let through at the borders?
doorlaten
Moeten vluchtelingen aan de grenzen worden doorgelaten?
cms/verbs-webp/58477450.webp
rent out
He is renting out his house.
verhuren
Hij verhuurt zijn huis.
cms/verbs-webp/118003321.webp
visit
She is visiting Paris.
bezoeken
Ze bezoekt Parijs.