Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

cms/verbs-webp/130770778.webp
travel
He likes to travel and has seen many countries.
reizen
Hij reist graag en heeft veel landen gezien.
cms/verbs-webp/116166076.webp
pay
She pays online with a credit card.
betalen
Ze betaalt online met een creditcard.
cms/verbs-webp/71883595.webp
ignore
The child ignores his mother’s words.
negeren
Het kind negeert de woorden van zijn moeder.
cms/verbs-webp/91442777.webp
step on
I can’t step on the ground with this foot.
stappen op
Ik kan met deze voet niet op de grond stappen.
cms/verbs-webp/43483158.webp
go by train
I will go there by train.
met de trein gaan
Ik ga er met de trein heen.
cms/verbs-webp/67880049.webp
let go
You must not let go of the grip!
loslaten
Je mag de grip niet loslaten!
cms/verbs-webp/77646042.webp
burn
You shouldn’t burn money.
verbranden
Je moet geen geld verbranden.
cms/verbs-webp/89869215.webp
kick
They like to kick, but only in table soccer.
schoppen
Ze schoppen graag, maar alleen bij tafelvoetbal.
cms/verbs-webp/123203853.webp
cause
Alcohol can cause headaches.
veroorzaken
Alcohol kan hoofdpijn veroorzaken.
cms/verbs-webp/46602585.webp
transport
We transport the bikes on the car roof.
vervoeren
We vervoeren de fietsen op het dak van de auto.
cms/verbs-webp/117491447.webp
depend
He is blind and depends on outside help.
afhangen van
Hij is blind en is afhankelijk van hulp van buitenaf.
cms/verbs-webp/54608740.webp
pull out
Weeds need to be pulled out.
verwijderen
Onkruid moet verwijderd worden.