Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

cms/verbs-webp/119417660.webp
believe
Many people believe in God.
geloven
Veel mensen geloven in God.
cms/verbs-webp/107407348.webp
travel around
I’ve traveled a lot around the world.
rondreizen
Ik heb veel rond de wereld gereisd.
cms/verbs-webp/110775013.webp
write down
She wants to write down her business idea.
opschrijven
Ze wil haar zakelijk idee opschrijven.
cms/verbs-webp/111792187.webp
choose
It is hard to choose the right one.
kiezen
Het is moeilijk om de juiste te kiezen.
cms/verbs-webp/49585460.webp
end up
How did we end up in this situation?
terechtkomen
Hoe zijn we in deze situatie terechtgekomen?
cms/verbs-webp/97593982.webp
prepare
A delicious breakfast is prepared!
bereiden
Er wordt een heerlijk ontbijt bereid!
cms/verbs-webp/96571673.webp
paint
He is painting the wall white.
schilderen
Hij schildert de muur wit.
cms/verbs-webp/74036127.webp
miss
The man missed his train.
missen
De man heeft zijn trein gemist.
cms/verbs-webp/59066378.webp
pay attention to
One must pay attention to traffic signs.
opletten
Men moet opletten voor de verkeerstekens.
cms/verbs-webp/121820740.webp
start
The hikers started early in the morning.
beginnen
De wandelaars begonnen vroeg in de ochtend.
cms/verbs-webp/118765727.webp
burden
Office work burdens her a lot.
belasten
Kantoorwerk belast haar erg.
cms/verbs-webp/85968175.webp
damage
Two cars were damaged in the accident.
beschadigen
Twee auto’s raakten beschadigd bij het ongeluk.