Woordenlijst

Leer werkwoorden – Kroatisch

cms/verbs-webp/99769691.webp
prolaziti pokraj
Vlak prolazi pokraj nas.
voorbijgaan
De trein gaat aan ons voorbij.
cms/verbs-webp/67880049.webp
pustiti
Ne smiješ pustiti dršku!
loslaten
Je mag de grip niet loslaten!
cms/verbs-webp/101630613.webp
pretraživati
Provalnik pretražuje kuću.
doorzoeken
De inbreker doorzoekt het huis.
cms/verbs-webp/8451970.webp
raspravljati
Kolege raspravljaju o problemu.
bespreken
De collega’s bespreken het probleem.
cms/verbs-webp/112407953.webp
slušati
Ona sluša i čuje zvuk.
luisteren
Ze luistert en hoort een geluid.
cms/verbs-webp/79317407.webp
zapovijedati
On zapovijeda svom psu.
bevelen
Hij beveelt zijn hond.
cms/verbs-webp/90292577.webp
proći
Voda je bila previsoka; kamion nije mogao proći.
doorkomen
Het water was te hoog; de truck kon er niet doorheen.
cms/verbs-webp/102136622.webp
povući
On povlači sanjke.
trekken
Hij trekt de slee.
cms/verbs-webp/40946954.webp
sortirati
Voli sortirati svoje marke.
sorteren
Hij sorteert graag zijn postzegels.
cms/verbs-webp/107852800.webp
gledati
Ona gleda kroz dalekozor.
kijken
Ze kijkt door een verrekijker.
cms/verbs-webp/128159501.webp
miješati
Razni sastojci trebaju biti pomiješani.
mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.
cms/verbs-webp/90643537.webp
pjevati
Djeca pjevaju pjesmu.
zingen
De kinderen zingen een lied.