Woordenlijst

Leer werkwoorden – Sloveens

cms/verbs-webp/119747108.webp
jesti
Kaj želimo jesti danes?
eten
Wat willen we vandaag eten?
cms/verbs-webp/68779174.webp
zastopati
Odvetniki na sodišču zastopajo svoje stranke.
vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.
cms/verbs-webp/23258706.webp
potegniti gor
Helikopter potegne gor dva moška.
optrekken
De helikopter trekt de twee mannen omhoog.
cms/verbs-webp/103797145.webp
zaposliti
Podjetje želi zaposliti več ljudi.
aannemen
Het bedrijf wil meer mensen aannemen.
cms/verbs-webp/108295710.webp
črkovati
Otroci se učijo črkovati.
spellen
De kinderen leren spellen.
cms/verbs-webp/78973375.webp
dobiti bolniški
Od zdravnika mora dobiti bolniški list.
ziektebriefje halen
Hij moet een ziektebriefje halen bij de dokter.
cms/verbs-webp/113671812.webp
deliti
Moramo se naučiti deliti naše bogastvo.
delen
We moeten leren onze rijkdom te delen.
cms/verbs-webp/75001292.webp
odpeljati se
Ko se je luč spremenila, so se avti odpeljali.
wegrijden
Toen het licht veranderde, reden de auto’s weg.
cms/verbs-webp/123237946.webp
zgoditi se
Tukaj se je zgodila nesreča.
gebeuren
Hier is een ongeluk gebeurd.
cms/verbs-webp/132305688.webp
zapraviti
Energije se ne bi smelo zapraviti.
verspillen
Energie mag niet verspild worden.
cms/verbs-webp/42111567.webp
napraviti napako
Dobro razmisli, da ne narediš napake!
een fout maken
Denk goed na zodat je geen fout maakt!
cms/verbs-webp/90821181.webp
premagati
V tenisu je premagal svojega nasprotnika.
verslaan
Hij versloeg zijn tegenstander in tennis.