Woordenlijst

Leer werkwoorden – Sloveens

cms/verbs-webp/119613462.webp
pričakovati
Moja sestra pričakuje otroka.
verwachten
Mijn zus verwacht een kind.
cms/verbs-webp/121820740.webp
začeti
Pohodniki so začeli zgodaj zjutraj.
beginnen
De wandelaars begonnen vroeg in de ochtend.
cms/verbs-webp/117897276.webp
prejeti
Od svojega šefa je prejel povišico.
ontvangen
Hij ontving een loonsverhoging van zijn baas.
cms/verbs-webp/60395424.webp
poskakovati
Otrok veselo poskakuje.
rondspringen
Het kind springt vrolijk in het rond.
cms/verbs-webp/113966353.webp
postreči
Natakar postreže s hrano.
serveren
De ober serveert het eten.
cms/verbs-webp/120282615.webp
vlagati
V kaj bi morali vlagati svoj denar?
investeren
Waar moeten we ons geld in investeren?
cms/verbs-webp/90821181.webp
premagati
V tenisu je premagal svojega nasprotnika.
verslaan
Hij versloeg zijn tegenstander in tennis.
cms/verbs-webp/68212972.webp
oglasiti se
Kdor kaj ve, se lahko oglasi v razredu.
opmerken
Wie iets weet, mag in de klas opmerken.
cms/verbs-webp/87205111.webp
prevzeti
Kobilice so prevzele oblast.
overnemen
De sprinkhanen hebben de overhand genomen.
cms/verbs-webp/50772718.webp
odpovedati
Pogodba je bila odpovedana.
annuleren
Het contract is geannuleerd.
cms/verbs-webp/65840237.webp
poslati
Blago mi bodo poslali v paketu.
sturen
De goederen worden in een pakket naar mij gestuurd.
cms/verbs-webp/125376841.webp
ogledati si
Na počitnicah sem si ogledal veliko znamenitosti.
bekijken
Op vakantie heb ik veel bezienswaardigheden bekeken.