Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/125088246.webp
imitate
The child imitates an airplane.
imiteren
Het kind imiteert een vliegtuig.
cms/verbs-webp/98561398.webp
mix
The painter mixes the colors.
mengen
De schilder mengt de kleuren.
cms/verbs-webp/106088706.webp
stand up
She can no longer stand up on her own.
opstaan
Ze kan niet meer zelfstandig opstaan.
cms/verbs-webp/103719050.webp
develop
They are developing a new strategy.
ontwikkelen
Ze ontwikkelen een nieuwe strategie.
cms/verbs-webp/73880931.webp
clean
The worker is cleaning the window.
schoonmaken
De werker maakt het raam schoon.
cms/verbs-webp/118596482.webp
search
I search for mushrooms in the fall.
zoeken
Ik zoek paddenstoelen in de herfst.
cms/verbs-webp/79046155.webp
repeat
Can you please repeat that?
herhalen
Kun je dat alstublieft herhalen?
cms/verbs-webp/22225381.webp
depart
The ship departs from the harbor.
vertrekken
Het schip vertrekt uit de haven.
cms/verbs-webp/98294156.webp
trade
People trade in used furniture.
handelen
Mensen handelen in gebruikte meubels.
cms/verbs-webp/114052356.webp
burn
The meat must not burn on the grill.
branden
Het vlees mag niet branden op de grill.
cms/verbs-webp/121670222.webp
follow
The chicks always follow their mother.
volgen
De kuikens volgen altijd hun moeder.
cms/verbs-webp/120193381.webp
marry
The couple has just gotten married.
trouwen
Het stel is net getrouwd.