Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/130288167.webp
clean
She cleans the kitchen.
schoonmaken
Ze maakt de keuken schoon.
cms/verbs-webp/90821181.webp
beat
He beat his opponent in tennis.
verslaan
Hij versloeg zijn tegenstander in tennis.
cms/verbs-webp/96531863.webp
go through
Can the cat go through this hole?
doorgaan
Kan de kat door dit gat gaan?
cms/verbs-webp/116932657.webp
receive
He receives a good pension in old age.
ontvangen
Hij ontvangt een goed pensioen op oudere leeftijd.
cms/verbs-webp/123786066.webp
drink
She drinks tea.
drinken
Ze drinkt thee.
cms/verbs-webp/68841225.webp
understand
I can’t understand you!
begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!
cms/verbs-webp/118011740.webp
build
The children are building a tall tower.
bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.
cms/verbs-webp/107299405.webp
ask
He asks her for forgiveness.
vragen
Hij vraagt haar om vergeving.
cms/verbs-webp/117897276.webp
receive
He received a raise from his boss.
ontvangen
Hij ontving een loonsverhoging van zijn baas.
cms/verbs-webp/90032573.webp
know
The kids are very curious and already know a lot.
weten
De kinderen zijn erg nieuwsgierig en weten al veel.
cms/verbs-webp/116877927.webp
set up
My daughter wants to set up her apartment.
inrichten
Mijn dochter wil haar appartement inrichten.
cms/verbs-webp/40326232.webp
understand
I finally understood the task!
begrijpen
Ik begreep eindelijk de taak!