Woordenlijst
Leer werkwoorden – Frans

promouvoir
Nous devons promouvoir des alternatives au trafic automobile.
bevorderen
We moeten alternatieven voor autoverkeer bevorderen.

sauver
Les médecins ont pu lui sauver la vie.
redden
De dokters konden zijn leven redden.

connaître
Des chiens étrangers veulent se connaître.
leren kennen
Vreemde honden willen elkaar leren kennen.

construire
Quand la Grande Muraille de Chine a-t-elle été construite?
bouwen
Wanneer werd de Chinese Muur gebouwd?

préparer
Elle lui a préparé une grande joie.
bereiden
Ze bereidde hem groot plezier.

parler
Il parle à son auditoire.
spreken
Hij spreekt tot zijn publiek.

percevoir
Il perçoit une bonne pension à la retraite.
ontvangen
Hij ontvangt een goed pensioen op oudere leeftijd.

retarder
L’horloge retarde de quelques minutes.
achterlopen
De klok loopt een paar minuten achter.

rater
Elle a raté un rendez-vous important.
missen
Ze heeft een belangrijke afspraak gemist.

s’enfuir
Certains enfants s’enfuient de chez eux.
weglopen
Sommige kinderen lopen van huis weg.

comparer
Ils comparent leurs chiffres.
vergelijken
Ze vergelijken hun cijfers.
