Woordenlijst
Leer werkwoorden – Sloveens
skočiti ven
Riba skoči iz vode.
uitspringen
De vis springt uit het water.
prenašati
Komaj prenaša bolečino!
verdragen
Ze kan de pijn nauwelijks verdragen!
pustiti odprto
Kdor pusti okna odprta, vabi vlomilce!
open laten
Wie de ramen open laat, nodigt inbrekers uit!
sprožiti
Dim je sprožil alarm.
activeren
De rook activeerde het alarm.
krepiti
Gimnastika krepi mišice.
versterken
Gymnastiek versterkt de spieren.
pogrešati
Zelo te bom pogrešal!
missen
Ik zal je zo erg missen!
pustiti predse
Nihče ga ne želi pustiti predse na blagajni v supermarketu.
voor laten
Niemand wil hem voor laten gaan bij de kassa van de supermarkt.
potovati
Radi potujemo po Evropi.
reizen
We reizen graag door Europa.
zvoniti
Zvonec zvoni vsak dan.
rinkelen
De bel rinkelt elke dag.
popraviti
Učitelj popravlja naloge učencev.
corrigeren
De leraar corrigeert de essays van de studenten.
odstraniti
Kako lahko odstranimo madež rdečega vina?
verwijderen
Hoe kan men een rode wijnvlek verwijderen?