Woordenlijst

Leer werkwoorden – Sloveens

cms/verbs-webp/109766229.webp
počutiti se
Pogosto se počuti osamljenega.
voelen
Hij voelt zich vaak alleen.
cms/verbs-webp/33688289.webp
spustiti noter
Nikoli ne bi smeli spustiti noter neznancev.
binnenlaten
Men moet nooit vreemden binnenlaten.
cms/verbs-webp/110322800.webp
govoriti slabo
Sovražniki o njej govorijo slabo.
kwaadspreken
De klasgenoten spreken kwaad over haar.
cms/verbs-webp/34979195.webp
združiti se
Lepo je, ko se dve osebi združita.
samenkomen
Het is fijn als twee mensen samenkomen.
cms/verbs-webp/26758664.webp
shraniti
Moji otroci so shranili svoj denar.
sparen
Mijn kinderen hebben hun eigen geld gespaard.
cms/verbs-webp/64904091.webp
pobrati
Vse jabolka moramo pobrati.
oprapen
We moeten alle appels oprapen.
cms/verbs-webp/61162540.webp
sprožiti
Dim je sprožil alarm.
activeren
De rook activeerde het alarm.
cms/verbs-webp/111063120.webp
spoznati
Tuji psi se želijo spoznati med seboj.
leren kennen
Vreemde honden willen elkaar leren kennen.
cms/verbs-webp/119289508.webp
obdržati
Denar lahko obdržite.
houden
Je mag het geld houden.
cms/verbs-webp/127620690.webp
obdavčiti
Podjetja so obdavčena na različne načine.
belasten
Bedrijven worden op verschillende manieren belast.
cms/verbs-webp/35862456.webp
začeti
Z zakonom se začne novo življenje.
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.
cms/verbs-webp/108118259.webp
pozabiti
Zdaj je pozabila njegovo ime.
vergeten
Ze is nu zijn naam vergeten.