Woordenlijst

Leer werkwoorden – Sloveens

cms/verbs-webp/129244598.webp
omejiti
Med dieto morate omejiti vnos hrane.
beperken
Tijdens een dieet moet je je voedselinname beperken.
cms/verbs-webp/70055731.webp
odpeljati
Vlak odpelje.
vertrekken
De trein vertrekt.
cms/verbs-webp/93150363.webp
zbuditi
Pravkar se je zbudil.
wakker worden
Hij is net wakker geworden.
cms/verbs-webp/124740761.webp
ustaviti
Ženska ustavi avto.
stoppen
De vrouw stopt een auto.
cms/verbs-webp/120200094.webp
mešati
Lahko zmešate zdravo solato z zelenjavo.
mengen
Je kunt een gezonde salade met groenten mengen.
cms/verbs-webp/40632289.webp
klepetati
Študenti med poukom ne bi smeli klepetati.
kletsen
Studenten mogen niet kletsen tijdens de les.
cms/verbs-webp/40326232.webp
razumeti
Končno sem razumel nalogo!
begrijpen
Ik begreep eindelijk de taak!
cms/verbs-webp/108014576.webp
srečati
Končno sta se spet srečala.
weerzien
Ze zien elkaar eindelijk weer.
cms/verbs-webp/85191995.webp
razumeti se
Končajta svoj prepir in se končno razumita!
overweg kunnen
Stop met ruziën en kunnen jullie eindelijk met elkaar overweg!
cms/verbs-webp/57248153.webp
omeniti
Šef je omenil, da ga bo odpustil.
vermelden
De baas vermeldde dat hij hem zal ontslaan.
cms/verbs-webp/78773523.webp
povečati
Populacija se je močno povečala.
toenemen
De bevolking is sterk toegenomen.
cms/verbs-webp/22225381.webp
odpeljati
Ladja odpluje iz pristanišča.
vertrekken
Het schip vertrekt uit de haven.